De specifieke aard van zelfstandigenschades


“Wat is nou eigenlijk de omvang van het verlies van arbeidsvermogen van deze ondernemer? En wat moet ik doen met die grote stapel jaarrekeningen en fiscale aangiftes die me zijn toegezonden? Of met het verzoek, zonder verdere toelichting, om opnieuw een fors aanvullend voorschot te verstrekken waarvan eigenlijk niet duidelijk is of dat wel uit kan?”. Bij diverse dossierbehandelaars zijn deze vragen geregeld aan de orde gedurende de behandeling van schades van zelfstandig ondernemers. Vaak gaan ze zelfs gepaard met het gevoel dat de gevorderde schade te hoog is en bovendien niet of slecht is onderbouwd.

Dat vooral bij zelfstandigenschades de bovenstaande vragen en gevoelens geregeld aan de orde zijn, is niet vreemd. De behandeling van zelfstandigenschades vergt namelijk andere kennis en vaardigheden dan die van een schade van iemand die in loondienst werkzaam is. Om de juiste conclusies te kunnen trekken en zodoende de werkelijke omvang van de schade wegens verlies van arbeidsvermogen te kunnen vaststellen, zul je immers over de nodige financiële en bedrijfseconomische kennis moeten beschikken. Elders op deze website, bij ‘analyses’, is hierover meer informatie te vinden. De betreffende kennis heeft echter niet iedereen paraat.

In combinatie met het feit dat vaak sprake is van forse financiële belangen, zowel aan de zijde van de ondernemer als aan die van de verzekeraar, volgt uit het bovenstaande de noodzaak van een specifieke aanpak van zelfstandigenschades. Zo dient door schaderegelaars en arbeidsdeskundigen substantieel andere en vaak meer informatie te worden vergaard dan in zaken van slachtoffers die in loondienst werkzaam zijn. Daarnaast zal er door beide partijen vanaf het begin daadkracht dienen te worden getoond. Niet alleen qua bevoorschotting, maar ook en vooral in het tijdig aanleveren en beoordelen van de benodigde informatie, zowel op medisch en arbeidsdeskundig gebied als op financieel, bedrijfseconomisch en fiscaal vlak. Alleen zo zal immers grip kunnen worden gehouden op deze in potentie vaak lastige en qua financieel belang omvangrijke zaken.